Bij Zentangle maken we gebruik van patronen die we Tangles noemen. Maar niet elk patroon is een tangle. Sommige patronen zijn er te ingewikkeld voor. Andere zijn te concreet, niet abstract genoeg dus. Een Zentangle patroon, een tangle dus, moet aan een aantal eisen voldoen:

1.
Een tangle is abstract, dus stelt geen feitelijk object voor (geen harten, sterren, dieren, gebouwen, enz.) In de Zentangle methode noemen ze dat ook wel 'non-representational'.

2.
Een tangle heeft geen boven- of onderkant en kan in alle richtingen bekeken worden. Er is geen 'goede kant boven'.

3.
Over het algemeen is een tangle een patroon dat organisch groeit, en niet een enkel motief. Want bij Zentangle gaat het om de herhaling van een pennestreek, niet de herhaling van een tekening.

4.
Een tangle bestaat uit hooguit 2 of 3 eenvoudige pennestreken. De 'elementaire pennestreken' die we gebruiken in Zentangle zijn: een rechte (of ongeveer rechte) lijn, een stip, een gebogen lijn, een golvende lijn (als een S) en een cirkel.

5.
Een tangle begint nooit met potlood en vraagt geen uitgebreide planning. Een tangle is eenvoudig genoeg om te kunnen tekenen zonder een voorgedrukt ruitpatroon, hulplijnen in potlood, of gum. Wel kan een tangle een ruitpatroon of stippen in pen bevatten, wat dus integraal deel uitmaakt van de tangle en niet achteraf hoeft te worden uitgegumd.

6.
Voor een tangle gebruik je nooit een liniaal, stencil of wat voor ander mechanisch of digitaal hulpmiddel ook.

7.
Een tangle is elegant en uniek.

Wat is het verschil tussen een tangle en een doodle?